Project
Dit project vloeit voort uit de bezorgdheden over de impact van bodemverdichting op zowel economische als milieukundig vlak en de vraag naar meer onderzoek die landbouworganisaties en sectorvertegenwoordigers hebben geuit. Dit om technieken om bodemverdichting te voorkomen en te remediëren meer ingang te doen vinden in de landbouwpraktijk.
De algemene doelstelling van dit project is om de preventie van bodemverdichting meer onder de aandacht te brengen en tevens de effectiviteit van specifieke remediëringsmaatregelen van verdichting in de diepere bodemlaag te evalueren.
Concrete doelstellingen zijn:
- Het inventariseren van goede praktijken met betrekking tot teelttechniek en mechanisatie bij preventie en remediatie van bodemverdichting;
- Het uittesten en evalueren van mogelijke oplossingen/innovaties voor knelpunten ervaren bij het toepassen van preventieve en remediërende maatregelen door sterk in te zetten op participatie van de landbouwers;
- Het begroten van een economische balans bij het toepassen van preventieve en remediërende maatregelen om de bewustwording bij landbouwers te verhogen;
- Het opstellen van een gids goede praktijken en het uitbreiden en wijder verspreiden van de Terranimo tool;
- Het verspreiden van de kennis verworven in dit project naar de specifieke doelgroepbedrijven en de ruimere landbouwpopulatie.
Het project hanteert een sterk participatieve benadering. De onderzochte veranderingen en innovaties moeten immers passen binnen de bedrijfsvoering van de landbouwers. Bovendien garandeert deze werkwijze directe toepassing in de praktijk en een sterke gedragenheid van de landbouwers zodat de veranderingen ook na het project ingang blijven vinden.
De activiteiten van dit project zijn opgedeeld in zes werkpakketten. Centraal staan de preventie (WP2) en de remediatie (WP3) van bodemverdichting. Preventie van bodemverdichting moet altijd de eerste betrachting zijn van de landbouwer. Wanneer verdichte lagen toch optreden, zal moeten ingezet worden op remediatie. In zowel WP2 als WP3 zullen veldproeven aangelegd worden op praktijkpercelen waarna verschillende technieken/strategieën zullen geïmplementeerd en geëvalueerd worden. De strategieën zullen gekozen worden in samenspraak met de landbouwers. Hiervoor zullen kenniskringen opgericht worden (WP5) samengesteld uit landbouwers en onderzoekers en eventueel andere geïnteresseerde stakeholders. Na het teeltseizoen worden de ervaringen van de desbetreffende landbouwers en de resultaten van evaluatie (WP2 en WP3) voorgesteld aan de kenniskring waarna de successen en de resterende of nieuwe knelpunten worden geïnventariseerd en er wordt beslist waarvoor men oplossingen wil bereiken. Om de bewustwording bij de landbouwer te verhogen wordt tevens een economische balans opgemaakt (WP4). Landbouwers zijn zich nog te weinig bewust van de economische verliezen die gepaard kunnen gaan met bodemverdichting. Hiervoor zal tevens het brandstofverbruik van bodemdrukverlagende technieken nauwkeurig in kaart gebracht worden. Doorheen heel het project wordt er veel aandacht besteed aan kennisdelen en –verspreiding (WP6). Dit gebeurt door middel van een website, nieuwsbrieven, studiedagen en demonstraties en artikels in de vakpers. Op het einde van het project wordt een gids met goede praktijken opgesteld en tijdens het project zal tevens de bestaande Terranimo tool uitgebreid en wijder verspreid worden onder de landbouwers en een tool aanleveren aan de landbouwers die de bodemverdichting binnen hun perceel in kaart kan brengen. Bovendien zullen de verkregen resultaten doorstromen naar het beleid.